Het wetenschappelijke bevolkingsonderzoek naar de vroege opsporing van hart- en vaatziekten.

Toestemming

Om deel te kunnen nemen aan het onderzoek is het heel belangrijk dat u hier toestemming voor geeft. Maar niet alleen voor uw deelname, maar ook voor andere zaken vragen wij u om toestemming. Bij de vragenlijst zit een toestemmingsverklaring. We hebben gemerkt dat niet altijd duidelijk is waar toestemming voor gegeven moet worden en waar wij deze gegevens voor willen gebruiken. Graag leggen we dat hieronder uit:

 

  • Het doorgeven van uitslagen aan uw huisarts: wanneer er bij u een verhoogd risico op hart- en vaatziekten wordt geconstateerd, vinden we het belangrijk dat u hiervoor behandeld wordt. U zult in eerste instantie door uw huisarts worden behandeld. Wij zijn wettelijk ook verplicht deze gegevens aan uw huisarts door te geven.
  • Centraal Bureau voor Genealogie: bij deze instantie is op te vragen welke deelnemers zijn overleden en wanneer. Wij willen nabestaanden uiteraard niet lastig vallen. Van de personen die zijn overleden kan weer via het Centraal Bureau voor Statistiek worden gevraagd wat de doodsoorzaak was. Nieuw in dit onderzoek is dat wij via de Basisregistratie Personen (zie kopje Basisregistratie Personen) ook weten wie zijn overleden. Mogelijk wordt het gebruik maken van gegevens van het Centraal Bureau voor Genealogie in de toekomst dus overbodig. Voor de zekerheid vragen wij u nu nog wel om toestemming om hier gegevens op te vragen.
  • Landelijke Medische Registratie, Prismant: zoals we in de informatiebrochure beschrijven, willen we na 5 jaar kijken of er minder sterfte en ziekte door hart- en vaatziekten voorkomt als we het risico op hart- en vaatziekten vroegtijdig opsporen en behandelen. Ziekenhuizen registreren meestal wie er opgenomen is geweest en waarvoor. Door deze gegevens op te vragen, weten we precies hoe vaak hart- en vaatziekten voorkomen en hoeveel personen daarvoor in het ziekenhuis behandeld moeten worden. Het is belangrijk dat wij hierover heel precieze informatie hebben. Pas dan kunnen we zeggen of het zinvol is om het risico vroegtijdig op te sporen.
  • Mijn huisarts, cardioloog of andere zorgverleners/instanties waarmee ik in aanraking ben gekomen: Voor de studie zullen wij nagaan wie te maken hart- en vaatziekten hebben gekregen en wie hieraan zijn overleden. Vooral in deze laatste groep is het van belang om zeer nauwkeurig na te gaan of de oorzaak van overlijden zoals door het CBS wordt geregistreerd juist is. Indien dit niet het geval is, zouden wij onze berekeningen baseren op verkeerde gegevens. Een onafhankelijke commissie zal bij alle mensen die zijn overleden aan hart- en vaatziekten nagaan of dit volgens hen juist is. Daarvoor hebben zij zo veel mogelijk medische gegevens nodig.Daarnaast geeft het ons inzicht in de onderzoeken en behandelingen
  • Basisregistratie Personen: de Basisregistratie Personen heette vroeger Gemeentelijke BasisAdministratie. In de Basisregistratie Personen staan gegevens van u opgeslagen, zoals uw naam, adres, geboortedatum enzovoorts. Deze gegevens worden bijvoorbeeld ook door de overheid gebruikt om u brieven te kunnen sturen. Wij hebben een streng proces moeten volgen waarbij wij toestemming hebben moeten vragen en uit hebben moeten leggen waarom we de gegevens nodig hebben. Uiteraard krijgen wij maar een beperkt aantal gegevens uit de Basisregistratie Personen. Wij krijgen uit de Basisregistratie Personen enkel uw gegevens te zien die nodig zijn om te controleren of u de persoon bent naar wie we een brief willen sturen (naam, geboortedatum en geslacht). De brieven met bijvoorbeeld de uitslag van het onderzoek is daarnaast alléén voor u bedoeld. Vandaar dat we steeds blijven controleren of we ook de juiste persoon een brief gaan sturen. Ook krijgen we de gegevens die nodig zijn om u te bereiken (naam, adres, postcode en woonplaats). We vinden het namelijk belangrijk dat we u op de juiste manier aanschrijven en bovendien hoeft u zo niets door te geven als u verhuist. Uw nieuwe adresgegevens komen dan vanzelf bij ons binnen. Ook krijgen we een seintje als iemand is overleden. Deze informatie krijgen we, om te voorkomen dat we iemand uitnodigen voor de bloedafname of CT-scan, of dat we iemand een vragenlijst toesturen terwijl hij of zij is overleden. Dat vinden we niet netjes. Uiteraard krijgen we deze informatie alleen tijdens de looptijd van de studie. Daarna mogen we deze gegevens niet meer ontvangen.
  • Mijn ziektekostenverzekeraar: allereerst zullen wij géén medische gegevens verstrekken aan uw zorgverzekeraar. Zij zullen ook nóóit inzage krijgen in uw onderzoeksgegevens. Het enige waar wij uw toestemming voor vragen is dat wij kosten gerelateerd aan hart- en vaatziekten mogen opvragen bij uw ziektekostenverzekeraar. De reden om dit te doen is dat we willen weten hoeveel het kost om bij een bepaald aantal mensen hart- en vaatziekten te voorkomen. Als dit bedrag te hoog is, dan zal het moeilijk zijn om een bevolkingsonderzoek in Nederland in te voeren. De andere kant is dat het mogelijk juist kosten bespaart. Wanneer iemand al hart- en vaatziekten heeft, zijn behandelingen vaak duur. Vandaar dat we willen weten wat de kosten zijn. De ziektekostenverzekeraar is verder op geen enkele wijze betrokken bij ons onderzoek. De ziektekostenverzekeraar kan dus ook niet achterhalen of u mogelijk een verhoogd risico loopt op hart- en vaatziekten. Er zullen namelijk mensen zijn die na onderzoek een laag risico op hart- en vaatziekten, maar ook mensen met een hoog risico. Ook krijgt natuurlijk niet iedereen te maken met hart- en vaatziekten. Het is zo voor de ziektekostenverzekeraar niet te achterhalen wat uw persoonlijke situatie is.
  • Oorzaak van overlijden bij het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS): Na vijf jaar willen we kijken of het vroegtijdig opsporen van het risico op hart- en vaatziekten heeft geleid tot minder sterfte en ziekte aan hart- en vaatziekten. Bij het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) wordt na overlijden voor elke persoon de doodsoorzaak vastgelegd. Vanuit de BasisRegistratie Personen krijgen wij ook door als iemand is overleden. Vervolgens kunnen wij bij het Centraal Bureau voor de Statistiek opvragen waaraan deze personen zijn overleden en weten we of dit door hart- en vaatziekten was, of door een andere ziekte.
  • Informeren van mijn huisarts als ik in de controlegroep zit en uit sommige vragen blijkt dat het mogelijk verstandig is om mijn risico op HVZ te laten meten: Wanneer u in de controlegroep ingeloot wordt, krijgt u geen screening in het kader van dit onderzoek. Wanneer uit de vragenlijst blijkt dat het mogelijk toch verstandig is om uw risico op HVZ te laten meten, vinden wij dat u én uw huisarts hiervan op de hoogte gebracht moeten worden. U kunt zelf kiezen of u hiervan gebruik wilt maken.

 Alle informatie zal alleen voor het ROBINSCA-onder­zoek worden gebruikt. We zullen géén van deze orga­nisaties medische informatie over u geven.